Commentaires
Deze soort die, omwille van haar kleuren ook wel eens « Criquet Belge » wordt genoemd, werd voor het eerst waargenomen op de nationale feestdag 2007 in het drassig deel van de paardenweide van Hof ter Musschen. Een unieke waarneming voor Brussel die als een mooi resultaat kan beschouwd worden van het gevoerde natuurbeheer, waarbij de weide voortdurend in een drassige staat wordt gehouden. Werd volgens de kaart op saltabel NL- FR niet meer gesignaleerd in Brussel nà 1950 en werd ook niet waargenomen bij de recente samenstelling van de Brusselse atlas (Saltabru, 2006). Hendrik Devriese van saltabel preciseert « Juist is dat het ... 134 jaar geleden is dat de moerassprinkhaan nog in Brussel werd gevonden. Een zekere Roels vond ze op 16 augustus 1873 in Laken. Ook C. Van Volxem
vond ze rond dezelfde tijd, ook in Laken. De juiste vindplaats is niet bekend, maar waarschijnlijk waren het de weiden langs de Zenne
of een moeras nabij de Heizel. »
De Waalse biodiversiteitssite vermeldt: « Le criquet ensanglanté est distribué essentiellement en Campine et dans le sud-ouest de la Wallonie : Fagne-Famenne, Ardenne occidentale et méridionale et Lorraine. Il est porté disparu en Région
bruxelloise.
[Sources : Decleer et al. (2000)] »
« La face ventrale des fémurs postérieurs est généralement rouge sang (d'ou le nom vernaculaire de cette espèce!) ».
« Le criquet ensanglanté est une espèce hygrophile liée presque exclusivement aux prairies humides et marécageuses situées en plaine ou dans le fond des vallées. Les sites occupés sont très souvent pâturés plus ou moins extensivement et caractérisés par l'abondance des joncs et des cypéracées (e.a. scirpe des bois). De plus, le sol de ces stations a pour particularité d'être gorgé d'eau une grande partie de l'année. Cela constitue un facteur essentiel pour la survie des oeufs, qui sont déposés dans le sol et qui se révèlent extrêmement sensibles à la sècheresse. Par contre, la chaleur et l'ensoleillement sont également important pour le développement des larves, lesquelles semblent pâtir des mauvaises conditions météorologiques (pluies et basses températures). Ces exigences très précises font du
criquet ensanglanté un excellent
indicateur de la qualité des milieux humides (d'après Bellmann & Luquet, 1995; Decleer et al., 2000; et Couvreur & Godeau, 2000). »
Het geluid van de mannetjes is hoorbaar op waarneming.nl: lijkt op een metaalachtig knippen met de vingers.
De determinatie op foto werd bevestigd door Gilles San Martin en door Jeroen Vanden Borre van Saltabel, BH.
Biotopes
« les prairies de fauche humides, les cariçaies, les prairies humides (souvent avec jonc épars). » (Saltabel)
Observations
21/07/2007, Hof ter Musschen in het natte gedeelte van de paardenweide in half-hoog grasland, 1 vrouwelijk exemplaar van ± 3 cm lengte, nogal plomp voortbewegend met korte sprongen, BH.
